aimabel

erg vriendelijk

aggregaat

apparaat waar elektrische stroom mee wordt opgewekt vb: toen de stroom uitviel begon de aggregaat te werken

adequaat

betamelijk, billijk, convenabel, degelijk, deugdelijk, eerlijk, geschikt, gevoeglijk, goedschiks, hebbelijk, juist, naar behoren, oorbaar, passabel, passend, rechtmatig, redelijk, schappelijk, tamelijk, voegzaam, voldoende

acquisitie

poging om iemand iets te verkopen of te laten doen

achenebbisj

iemand die de zieligheid oproept

accommodatie

een ruimte en wat verder nodig of aangebracht is voor een bepaald doel

accessoire

een attribuut dat als aanvulling dient

acacia

grote struik met groene bladeren en gele bloemen

abattoir

abattoir is een ander woord voor slachthuis

agressief

gauw geweld gebruiken en aanvallen vb: deze hond wordt agressief als je het erf op komt Tegenstelling: defensief gaten maken in kleren, huid en dergelijke vb: voorzichtig.